dinsdag 26 mei 2015

HELAAS!

HELAAS ZIJN DE FOTO'S VERLOREN GEGAAN, WE MAKEN DEZE WEBSITE EIND 2019 WEER HELEMAAL IN ORDE.

dinsdag 7 augustus 2007

Maandag 6 augustus Phoenix 91,2 km

En zo is de laatste volle dag van de vakantie aangebroken. Na een rustige start en een goed hotelontbijt in de Comfort Inn gaan we –het lijkt deze laatste week wel een traditie geworden- de shoppingmalls van Phoenix bekijken. Winkels kijken is eigenlijk de perfecte bezigheid voor deze dag. We hebben nog even sms contact met Gonny, Gerard en de kids die momenteel in Los Angeles zijn beland en zich goed vermaken en erg leuke uitstapjes maken. Als we aan het eind van de middag in het hotel aankomen gaan we eerst maar even zwemmen. Voor Phoenix begrippen is het niet zulk goed weer: 90 graden Fahrenheid en bewolking. Wij vinden het echter wel best zo. Na het eten begint de grote klus: inpakken. Qua gewicht zal het allemaal geen probleem zijn, we mogen 128 kg! meenemen, maar om het allemaal een beetje fatsoenlijk in koffers te krijgen is toch wat passen en meten. Maar het lukt.
De afvalstapel groeit: naast vele folders, informatieboekjes ook nog van alles dat niet mee kan: een fles cola, toetjes, halve tray met flesjes water, een fles wasmiddel en appels. De bananen zijn we opeens “kwijt”. Geen van beide hebben we ze al weggegooid of ingepakt. Ben benieuwd waar we die thuis –natuurlijk helemaal geplet- terug gaan vinden. Ook met de benzine zijn we wat royaal geweest want we hebben nog ruim een halve tank over, terwijl we hem leeg in mogen leveren.
Morgen kunnen we rustig van start gaan want we vliegen pas om 14.00 uur local time(23.00 uur in Nederland), hebben dan een vlucht van drie uur naar Mineapolis om, met een korte stop in de lounge, daarna in 8 uur naar Amsterdam te vliegen.
Thuis zal weer snel het gewone leven beginnen met poezen en (voor Esmée) donderdag al weer werken. Maar de herinnering aan deze vakantie zal door de vele foto’s en de weblog voor ons levendig blijven. Op een later moment zullen we hier nog onze “terugblik” geven.



Image Hosted by ImageShack.usImage Hosted by ImageShack.usImage Hosted by ImageShack.usImage Hosted by ImageShack.usImage Hosted by ImageShack.usImage Hosted by ImageShack.us

maandag 6 augustus 2007

Zondag 5 augustus Flagstaff- Sedona- Phoenix 207,52 km

Image Hosted by ImageShack.us

Als we vandaag uitchecken vraagt onze tijdelijke buurvrouw wat wij voor onze kamer hebben betaald. Zij zijn ’s nachts aangekomen en blijken $ 145,- voor hun kamer te hebben betaald. Inmiddels hebben ze ontdekt dat logés stukken minder hebben betaald en ze voelen zich opgelicht. Wij kunnen ons er iets bij voorstellen, want wij betaalden $ 72,- en dat vonden wij al aan de prijzige kant voor een motel zonder ijsmachine, en met een gesloten pool, maar wij dachten dat het door het weekend kwam. Nu blijkt dus dat hoteleigenaren er soms en potje van maken als gasten midden in de nacht onderdak zoeken. Wij maken er een rustig dagje van, ook al omdat Esmée gisteren en vandaag een beetje ziek is; voedselvergiftiging, een virusje of een griepje, we weten het niet, maar we doen het wel wat rustiger aan. Bovendien zijn we op weg naar Phoenix waar we ons gaan voorbreiden op de terugreis. Onderweg is een van de vele indianensouvenirs verkooppunten, waar we toch even stoppen en waar Esmée een mooi zilveren hangertje vindt met de beeltenis van een hagedis, met aan de ene kant een rode inleg van koraal en aan de andere kant een een blauwe inleg van turkoois. We stoppen onderweg ook in Sedona, een echt toeristendorp, met het ene winkeltje naast het andere en allemaal met dezelfde toeristenspullen. Na een uurtje rondwandelen hebben wij het wel gezien en rijden door naar Phoenix, omdat Esmée zich echt niet lekker voelt kiezen we voor de snelweg en laten de Apache Trail voor wat het is.

Image Hosted by ImageShack.us

In Phoenix leggen we onze laatste overnachtingen vast en slepen al onze spullen uit de auto morgen alles te reorganiseren tot hanteerbare bagage die mee kan in het vliegtuig. Dat wordt vast nog een hele klus, maar daar hebben we dan ook een heel dag voor.
Inmiddels beginnen we ook behoefte te krijgen om weer thuis te zijn; iedere nacht een ander bedje doet je verlangen naar je eigen bedje.

Zaterdag 4 augustus Laughlin – Route 66 – Sunset Crater Vulcano – Flagstaff 387,5 km

Image Hosted by ImageShack.us We rijden vandaag Arizona weer binnen om langzaam richting onze eindbestemming te gaan. We hebben de kans om een stuk op de legendarische Route 66 te rijden. Dat doen we onmiddellijk en bij Kingman draaien we deze weg op. Het stadje Kingman heeft er veel aan gedaan om de sfeer van de jaren 50 langs de route in ere te houden, maar als je eenmaal buiten dit stadje bent, blijft er van het roemruchte verleden van deze route weinig over. Het is een soms wat troosteloze weg met twee rijbanen, die nauwelijks een dorp of stadje onderweg aandoet. We vragen ons af hoe het toch komt dat veel motorrijders deze route zien als “de” route om met de motor af te leggen. Onderweg komen we twee dorpjes tegen dat iets van het legendarische verleden van Route 66 heeft bewaard, Hackberry en Seligman. In Hackberry heeft een vrolijke ondernemer een souvenirshop volgestouwd met de meest uiteenlopende memorabilia, variërend van foto’s van filmsterren en Elvis (het moet een enorme Elvis-fan zijn) tot nummerplaten van auto’s aan het plafond en een verzameling van verroeste auto’s en ouderwetse benzinepompen buiten. Seligman blijkt een stadje dat met veel hotels voor “bikers” een graantje meepikt van de populariteit van Route 66. Wij nemen vanaf Seligman de snelweg naar Flagstaff. In Flagstaff checken we in bij de Best Value Inn en daarna gaan we op weg naar de Sunset Crater Vulcano National Monument. In dit park is niet zo heel veel te zien. Er ligt de Askegel van een rond 1800 uitgebarsten vulkaan, die je helaas alleen van en afstandje kunt bekijken. Er liggen twee trailtjes omheen waarvan er een opnieuw geconstrueerd wordt en dus niet toegankelijk is. Rondom de vulkaan liggen enkele basaltvelden waarvan een deel erbij ligt in mooie plakjes en een ander deel vooral ruige asfaltblokken zijn. Jammer dat het weer wat donker is geworden – het heeft vandaag onderweg al wat geregend – en dat het zonnetje er niet is anders moet dit een mooi punt zijn bij zonsondergang. Nu valt de duisternis vroeg in en geeft ons dat de gelegenheid om ons verslag wat bij te werken.

Vrijdag 3 Augustus Las Vegas – Cathedral Valley – Primm – Laughlin 354,2

Vandaag verlaten wij Las Vegas weer nadat we contact hebben gehad met het thuisfront. Met moeder is alles ok en ze gaat vandaag weer uit het ziekenhuis naar zus Linda. We zijn vroeg uit bed gegaan want tussen 06.30 en 07.00 uur is het tijd voor het maandelijkse wegen bij de Weight Watchers. Gezien het feit dat de supersmalle Spookycanyon nog toegankelijk was, weten we dat het wel goed zit en de weegschaal bevestigt dat.
Voor vanochtend staat eigenlijk het Valley of the Fire op het programma. Een statepark waar we al veel over gehoord en gelezen hebben en wat we graag willen zien, het is een eindje terug richting Mesquite. Maar we hebben ook gelezen over het onbekende Cathedral Valley. Cathedral Valley is een canyon waarin de dochter van een grootgrondbezitter in alle hoeken, gaten en nisjes een hele collectie Christus- en andere heiligenbeelden heeft neergezet. We besluiten voor het laatste te kiezen en rijden richting de Death Valley. Het is een weinig indrukwekkende weg. Als we bijna bij de canyon zijn blijkt er een bord (de wegwijzer ?) gesloopt te zijn. Een vreemd voorgevoel bekruipt ons. En ja hoor, bij de canyon aangekomen zien we één groot beeld zonder hoofd en verder vele lege nisjes.

Image Hosted by ImageShack.us

De dochter is er óf met al haar bezittingen vandoor gegaan, of de boel is geplunderd. Jammer, want het moet echt indrukwekkend geweest zijn. We keren dus maar weer om. De weg voert terug naar Las Vegas en na 175 kilometer vandaag gereden te hebben zijn we weer terug bij ons beginpunt van vandaag; de strip. We besluiten dan maar om via de Primm-outlet op de grens van Arizona en Nevada te rijden. Deze hebben we nog niet gezien en een shopfanaat als Jos wil die natuurlijk zien. Daarna stellen we het einddoel van vandaag bij van Kingman naar Laughlin/ Bullhead City. We pakken nét een puntje van Californië mee. Vooral de weg tussen Surchlight en Laughlin is erg mooi en goed voor wat fotostops. Laughlin blijkt het zoveelste casionodorp te zijn, als is deze, zo aan de Coloradoriver, wel gezellig. De hoteleigenaar van de Pioneer vraagt het dubbele voor een kamer dan zijn collegae in Las Vegas. Afijn, het is zaterdagavond en we hebben geen zin om verder te zoeken. (hoewel, veel zoeken zou er in dit dorp niet bij zijn: je struikelt over de casino-hotels). De kamer is wat oubollig maar de plek, het zwembad met muziek etc zijn prima. We halen nog wat boodschappen in Bullhead City, wat meteen in een andere staat is. Nog een snelle hap bij de Taco Bell en dan hup het zwembad in.

Image Hosted by ImageShack.us

’s Avonds nog wat door het dorp, langs de rivier en door de casino’s gelopen maar we merken dat we inmiddels erg casinomoe zijn geworden. Het wordt weer tijd om Nevada te verlaten en richting Phoenix te gaan.

zondag 5 augustus 2007

Donderdag 2 augustus Las Vegas 70.4 km

We beginnen vandaag bij Treasure Island, even foto’s bij daglicht maken en daarna naar Mirage, waar volgens de toeristengids de tijgers van Siegfried & Roy 2x per dag gratis te bezichtigen zijn, evenals een tank vol met haaien. De tijgers zijn onderdeel geworden van een mini Zoo met een entree van $ 14,- per persoon. Dat vinden we toch echt iets te veel van het goede om een paar tijgers te kunnen zien – als echte Hollanders redeneren we dat je voor dat bedrag een hele dag in Artis of Blijdorp kunt doorbrengen – dus voor alleen een paar tijgertjes is het ons wat te machtig. Het vinden van de haaien valt niet mee. Ze blijken tijdelijk verhuisd te zijn omdat hun tank achter de foyer gerenoveerd moet worden. We nemen vervolgens het treintje van Mirage naar Treasure Island en zijn dus terug bij ons beginpunt. We lunchen even bij Circus Circus en als we weer buiten komen blijkt dat het tijdens de lunch even geregend heeft; wij hebben er niets van gemerkt. We gaan op bezoek bij Wynns, waar tegenwoordig iedereen met teveel geld het hier komt uitgeven.

Image Hosted by ImageShack.us

Indrukwekkende entree met veel bloemen en bloemstukken die als grote planeten boven je hoofd hangen. Een mooie binnentuin met een indrukwekkend waterpartij, maar we mogen niet op het terras omdat dit eerst droog gemaakt moet worden; stel je voor dat iemand uitglijdt en vervolgens een proces aanspant wegens nalatigheid!
Dus gaan we door naar het Venetian, waar ze een kanaal binnen hebben gemaakt tussen winkeltjes die je aan Venetië moeten doen denken. In het kanaal varen natuurlijk gondels en als je zin hebt wordt je even rondgevaren door een zingende gondelier.

Image Hosted by ImageShack.us

We verhuizen even naar de andere kant van de Strip en zijn benieuwd naar het surfstrand bij Mandela Bay. Groot hotel met heel veel mensen, vooral omdat er net een congres is voor managers. Honderden managers lopen rond met een grote identificatieplaat rond hun nek, waarop bovendien in verschillende kleuren buttons staat aangegeven hoeveel ze dit jaar al voor het bedrijf hebben omgezet, sommigen hebben al miljoenen omgezet! Zo blijkt het congres niet alleen informatieve waarde te hebben over een onderwerp, je kunt aan je buurman of buurvrouw zien hoe goed ze het hebben gedaan voor het bedrijf.
’s Avonds maken we nog een rondje door de outlet mall waar we nog wat parfum en blousjes vinden.
We hebben geen zin meer om nog een keer de wandeling naar Treasure Island te maken. De piratenshow laten we dus aan ons voorbij gaan.

Woensdag 1 augustus Las Vegas

Image Hosted by ImageShack.us

In Las Vegas hoor je wakker te worden met een stralende zon die de hele stad en alle toeristen de hele dag zal roosteren, maar de dag begint met regen. En niet zo maar een buitje, dit is een flinke bui die behoorlijk lang aanhoudt. We willen toch iets van Las Vegas zien, dus besluiten we als echte
Amerikanen de auto te nemen en die in de parkeergarage van een hotel 800 meter verderop te zetten. Daarna is het gewoon een kwestie van het ene naar het andere hotel te lopen. We bezoeken verschillende hotels en ondertussen stop het met regenen en droogt Las Vegas snel weer op. We bezoeken vandaag het Bellagio, Ceasars Palace en Flamingo. Bij Flamingo willen we natuurlijk de tuin zien met de flamingo’s en de andere exotische dieren, maar door de regen komt daar niet veel van terecht, alleen wat flamingo’s staan wat mistroostig op een eilandje in de vijver.
Bij Bellagio zijn het vooral de glazen bloemsculpturen en de vele vazen met verse bloemen die je overal ziet die veel indruk wekken, in het Ceasar zijn het de kopieën van klassieke beelden van o.a. Michelangelo, Modigliani en Donatello. In beide hotels zijn de winkels ook indrukwekkend. Bij de meeste moet je een dikke portemonnee hebben om er te kunnen kopen, maar het is een fraai zicht om alle winkels te zien. Vooral die bij het Ceasar zijn prachtig omdat ze gebouwd zijn alsof je
in een Romeinse winkelstraat wandelt die langzaam overgaat van dag naar nacht (het plafond verandert van lichtblauw met wolkjes naar donkerblauw met sterren). We lunchen vandaag bij Ceasar omdat we van Gonny en Gerard begrepen hebben dat dit een aanrader is en we zijn het van harte met hen eens. We wandelen ook nog even door New York, waar een deel van de inrichting een nabootsing is van jaren 50 bezienswaardigheden, steken de straat over naar Excallibur, waar alles in het teken staat van Koning Arthur en de ridders van de ronde tafel. We wandelen langs tropicana waar we later het museum willen bezoeken, door de MGM (even de leeuwen op de foto zetten) en terug naar het hotel.
Maar Vegas bekijk je natuurlijk het best bij avond en ’s avonds gaan wij op fototocht. Eerst naar Treasure Island, waar een piratenshow zal worden opgevoerd, maar als alle mensen zijn samengedromd voor het schouwspel, krijgen we de mededeling dat de show helaas wordt afgeblazen vanwege de wind. Wij zijn ons niet van enige wind bewust, maar het festijn gaat mooi niet door. Dan maar naar de vulkaanuitbarsting bij de Mirage, maar daar moeten we veel te lang wachten en dus wandelen we door.

Image Hosted by ImageShack.us

De fonteinen bij het Bellagio zorgen ieder kwartier voor een show op muziek en ook deze keer ziet het er weer gelikt uit. Op weg naar huis wandelen we door Bally’s. Een dagje slenteren maakt moe, dus nog even gokken bij de buren en dan naar bed.

woensdag 1 augustus 2007

Dinsdag 31 juli Las Vegas 72 km

Vandaag staat er wederom een relaxte dag op het programma. We willen wat shoppen in de andere outlet mall en beginnen met de bezichtiging van wat hotels. Maar eerst checken we de mail: terwijl wij lagen te slapen is mijn moeder naar Vlissingen gebracht en Jos heeft het binnen no-time voor elkaar gekregen om haar zelf te spreken. De situatie is stabiel, tot het weekend moet ze zeker in het ziekenhuis blijven en zus Sharon is op dit moment gelukkig in de gelegenheid om haar in het ziekenhuis te bezoeken en wat zaken als kleding etc voor haar te regelen.
We gaan met een gerust gevoel op weg naar de outlet.

Image Hosted by ImageShack.us
Voor we wegrijden zien we op de parkeerplaats bij ons hotel deze Hummer stretched limo, even een fotootje voor Joost Image Hosted by ImageShack.us

Eerst willen we nog even wat halen bij de Wal*mart, maar onderweg valt de navigatie weg. We hebben meteen een groot deel van Las Vegas gezien. En wat we zagen was echt de andere kant, want iedere boom of bankje heeft zijn eigen zwerver. We zien een Danny’s en besluiten eerst maar eens te gaan ontbijten. Tegen over de Danny’s zien we de 0.99 store, waar we even binnen lopen en ons ogen uit kijken. Niets is in deze winkel duurder dan 99 dollarcent. Nu kennen we wel de dollar-store, maar dit is veel en veel groter. Het lijkt het meest op een complete Aldi-supermarkt (diepvries, groenten, cereals, afwasmiddel) in combinatie met Action (drogisterij artikelen, speelgoed, vlaggen). Uiteindelijk komen we aan bij de Wal*mart waar we nog wat t-shirtjes inslaan. Ook bij de outlet die we vervolgens bezoeken vinden we leuke dingen.

Image Hosted by ImageShack.us

Van het hotels bezoeken is deze middag niets meer gekomen. We gaan terug naar het hotel en besluiten maar weer even het washok op te zoeken en de koffers te vullen met schone kleding. ’s Avonds belanden we na vele omzwervingen in een Thais restaurantje.
En zo komt er een einde aan deze dag. Een toch wel bijzondere dag omdat het de laatste dag is dat het St. Willibrord College bestaat en morgen bij het ontwaken zal Jos rector zijn van het Ostrea Lyceum.

Maandag 30 juli Mesquite – Las Vegas 155,8 km

We eten uitgebreid en lekker van het ontbijtbuffet van het hotel, waarna we onze weg naar Las Vegas beginnen. We hebben nog geen hotel gereserveerd en omdat we niet weten hoe druk het daar is besluiten we vandaag niet naar de Valley of de Fire state park te gaan, maar dat van uit Las Vegas te bezoeken, en nu door te rijden. Rond half 2 zijn we in Las Vegas en vinden een prima hotel met zwembad, internet én casino net achter Paris. Na twee dagen geen internet in Mesquite te hebben gehad checken we nu maar weer de mail. Hier lezen we tot ons schrik dat Esmée haar moeder een hartaanval gehad heeft en inmiddels per ambulance naar het UZ Antwerpen vervoerd was. We zijn blij dat we voor vier dagen in het hotel geboekt hebben: dat geeft dan toch wat rust en we hebben hier ook per telefoon goed bereik (wet hebben vanaf de dag van aankomst tot Mesquite helemaal geen bereik gehad). Bellen naar het ziekenhuis kan even niet gezien het tijdsverschil, maar een paar mailtjes heen en weer met Linda die nog wakker is, geeft ook wat informatie. Hoe vreemd het ook voelt besluiten we nu toch maar “iets” te gaan doen en brengen een bezoekje aan een van de twee outlet malls van Las Vegas. Daarna even naar het hotel terug en op naar het Circus Circus hotel voor de meeting met de familie Ketel. We hebben ons iets op de afstand verkeken, het Circus Circus hotel ligt echt helemaal aan het einde van de strip, waardoor we zelfs na stevig doorstappen te laat komen. In onze haast nemen we de trap naar boven en staan dus midden in de Circus tent tussen de ballenkramen en jengelende kinderen. Hebben we dit deel ook meteen gezien.

Image Hosted by ImageShack.us

Weer beneden aangekomen staan Gerard, Gonny, Joost een Eva al te wachten. Ze zien door hun fietstochtje over de Golden Gate Bridge en een bezoekje aan Death Valley mooi rood gekleurd.
We worden getrakteerd op het buffet van Circus Circus, maar we kletsen zo veel dat we nauwelijks weten wat we onderhand hebben gegeten. Achilles, de W.W, hun tripjes, onze tripjes en hun komende bezoek aan de Grand Canyon inclusief helikoptervlucht en skywalk worden uitvoerig besproken. Na een foto (helaas met telefoon omdat we de camera waren vergeten) en een wandeling over de strip nemen we afscheid en vervolgen we allemaal weer ons weg.
In het hotel aangekomen kunnen we naar moeders in België bellen, waar het inmiddels ochtend is geworden. De operatie is goed verlopen en later die dag zal ze in principe naar het ziekenhuis van Vlissingen vervoerd worden. Goed bericht dus en fijn om haar zelf even gesproken te hebben.

maandag 30 juli 2007

Zondag 29 juli Mesquite – Little Finland (Hobgoblins Playground) – Mesquite 168,2 km

Image Hosted by ImageShack.us

Vandaag op weg naar een van de vreemdste natuurgebieden van Nevada: Little Finland. Een ontdekking van Marjan. Het is een gebied dat alleen te bereiken is door eerst kilometers dirt road voor de kiezen te krijgen en tenslotte door een drooggevallen wash verder te ploegen. De weg naar de dirt road blijkt af en toe grote kuilen te bevatten als ware het een dirt road en de dirt road blijkt hier en daar verrassend strak. We hebben wat route aanwijzingen via internet van een Duitse site en natuurlijk van hét forum van Alles Ameirka. De aanwijzingen en de bijbehorende Duitse topokaartjes blijken verrassend nauwkeurig. We vinden de dirt road onmiddellijk bij het einde van de weg en er staat zelfs een richtingsbord naar Arizona en Whitney Pocket. De Gold Butte Road wordt door Tom Tom de New Gold Butte Road genoemd. Daarna over een kort stukje dirt road naar Devils Throath en dan volgt het ruige stuk. Het eerste stuk van de weg die we dan volgen op weg naar de wash is inderdaad hobbelig en ligt vol keien. Toch zijn we verrast dat er langs die weg bordjes staan met de mededeling “back country byway”. Blijkbaar zitten we toch op een officiële route. Na enkele kilometers belanden we in de “echte”wash van de rivier. Het is hier en daar duidelijk merkbaar dat er onlangs regen is gevallen – hier en daar zijn nog natte stukken en het spoor door de wash blijkt soms weggespoeld. Op goed geluk proberen we stukken te vinden die redelijk vlak lijken, waar niet te veel stenen liggen en die niet te nat zijn. Eigenlijk vlot het best goed. Het twijfelen over de juiste route begint ruim 1,5 mijl voor de eindbestemming. Op een van de kaartjes lijkt te zijn aangegeven dat je uit de wash moet rijden, maar de keren dat dit zou kunnen, blijken geen reële optie te zijn. Gelukkig heeft Tom Tom ook de mogelijkheid om precies te zien op welke lengte- en breedtegraden je zit en zodoende vinden we toch steeds weer onze weg; het is heel eenvoudig gewoon in de wash blijven. Na bijna 3 uur rijden zien we de langverwachte palmboom langs de kant van de weg en we zien onmiddellijk het natuurgebied waar we heen willen. Het is moeilijk te beschrijven wat we er aantreffen.

Image Hosted by ImageShack.us

Grillige steenformaties van zandsteen die uitermate kwetsbaar zijn. Regelmatig hoor je de toplaag onder je voeten knarsen en breken, hoe voorzichtig je je voeten ook neerzet. Dat geeft ook een dubbel gevoel, enerzijds voel je je bevoorrecht dat je dit mag waarnemen en tegelijkertijd is er het besef dat je aanwezigheid een verstoring van het evenwicht vormt. Het zou ons niet verbazen als ze van dit gebied een beschermd en zeer beperkt toegankelijk gebied zouden maken – in dezelfde vorm als bij de Wave (daar is het max 20 mensen per dag) – of dat ze het geheel voor toeristen ontoegankelijk zouden maken om te voorkomen dat het mettertijd onherstelbaar beschadigd raakt. Dat dubbele gevoel nemen we mee als we dezelfde route in omgekeerde richting afleggen, waarbij het ons opvalt dat er op de hele route toch regelmatig blikjes en flesjes liggen; de natuur is voor de mens niet veilig. De terugweg is aanzienlijk korter, nu zijn we in 2 uur en een kwartier terug bij het hotel.

Image Hosted by ImageShack.us

De temperatuur loopt vandaag op tot boven de 110 graden en als we buiten lopen lijkt zelfs je oogvocht op te drogen in de hete wind. We besluiten de rest van de dag vooral in gekoelde ruimtes te verblijven. Dat is niet moeilijk in Mesquite, Casino’s zorgen ervoor dat je ieder besef van buiten verliest, geen klokken in het gebouw, donkere ruiten in de deuren en een constante temperatuur. Je zou er alle besef van tijd door verliezen.
We maken nog even per SMS een afspraak voor morgen met Gerard, Gonny, Eva en Joost die eerder deze week veilig in de States zijn aangekomen en nu in Las Vegas verblijven; onze bestemming voor morgen.

Zaterdag 28 juli Kanab – Zion National Park – Mesquite 191,2 km

Omdat de muziek de laatste dagen enigszins eentonig is geweest – geen (of slechte) radio-ontvangst en een beetje uitgekeken op de CD’s – zorgen we er vanmorgen eerst voor dat we nog wat muziek downloaden voor een MP3-CD. Dat lukt heel aardig, maar het kost toch altijd meer tijd dan je denkt en daardoor missen we het ontbijt. Het geeft niks, we hebben vandaag alle tijd vinden we. Nadat we onze bestemming Mesquite (NV) hebben ingetoetst op de Tom Tom gaan we op weg. We blijken te rijden via Zion National Park. Gelukkig hebben we nog een Nationale Park Pass, want anders had zo’n ritje toch even $ 25,- extra gekost.

Image Hosted by ImageShack.us Checkerboard Mesa

We rijden op het gemak het park binnen en besluiten in de lodge een brunch te nemen. Dus de auto wordt geparkeerd bij het visitor centre en we stappen opgewekt de shuttle in. Als volleerde toeristen laten we ons bij onze bestemming afzetten en de brunch is geregeld. Lekker buiten, onder een parasol, zitten we daar; alle tijd van de wereld. Na de brunch besluiten we gewoon weer terug te gaan naar de parkeerplaats en door te rijden naar de eindbestemming van vandaag. We zijn eerder in Mesquite geweest en herinneren ons dat je er bij de casino’s goed kan slapen voor relatief weinig geld; dat moet immers niet verdiend worden met slapen, maar met gokken!
Onderweg nog even bij de Rangers in St George vragen naar de conditie van de weg naar Little Finland oftewel de Hobgoblins Playground, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, ze weten nauwelijks waar we het over hebben. Nog snel wordt een collega gebeld, die er meer van weet en die geeft het advies om bij de wash, waar we doorheen moeten, goed te kijken of er niet te veel damp uit de wash komt. Dan moeten we zeker niet gaan, anders is het met en goede 4x4 goed te doen.
Gewapend met dit goede advies rijden we door en checken in het Virgin River Casino. Eerst even de gokzaal inspecteren en dan een snelle duik in het zwembad. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot boven de 100 graden, dus dan is een koele duik wel even verfrissend. De stenen rondom het zwembad zijn gloeiend heet, zonder sandalen of slippers is het net over hete kolen lopen; tjakka!
Na het zwemmen, even een hapje eten en dan het casino in. Niet dat we van die grote gokkers zijn – daarvoor zijn we toch echte Nederlanders – maar even aan de gokkasten spelen is altijd wel even leuk. Vrouwe Fortuna is ons niet goed gezind, dus maken we het niet te laat vandaag.

zaterdag 28 juli 2007

Vrijdag 27 juli Tropic – Cotton Wood Canyon Road – Old Paria Movie set – Kanab 183,2 km

Bed and Breakfast heeft zo zijn leuke kanten. Na de koffie met cake en ijs aan het eind van de vorige dag beginnen we nu met een stevig Country breakfast van onze gastvrouw Netty en haar man Wally. Uiteraard hoort bij een ontbijt bij de Bullberry Inn, eigengemaakte “bullberry marmelade”. Daarna kunnen we op weg. Nog even tanken in Canonville en advies inwinnen bij het visitor centre. De dame die er werkt weet niet of de route begaanbaar is, dus het simpele advies is, rijdt zover je het vertrouwd en als je dat niet doet, dan keer je terug. Het begin van de route gaat redelijk makkelijk al moeten we wel even door dry wash, die deze keer niet droog staat. Even twijfelen over de begaanbaarheid van de route, maar we zien al snel een kleine omleiding die het makkelijker maakt door het water te rijden zonder gelijk tot de portieren onder water te staan. Hier en daar is wel merkbaar dat het geregend heeft – sommige zijkantjes van de weg zijn weggezakt en soms vertoont het wegdek sporen van waterschade – maar over het algemeen is de weg goed.

Image Hosted by ImageShack.us Grosvernor Arch

We stoppen even bij de Grosvernor Arch en daar blijkt de weg van de parkeerplaats naar de Arch zelfs toegankelijk voor rolstoelers; bij Amerikanen blijf je je af en toe wel verbazen.
Bij het verder rijden over de route blijkt dat de meeste reizigers de weg in omgekeerde richting nemen en hun aanwijzingen voor interessante en/of mooie bezienswaardigheden vanuit die richting te beschrijven. Wij missen daardoor enkele mooie punten die we wel hadden willen zien. Zo zien we Yellow Rock pas in onze achteruitkijkspiegels als we er al lang en breed voorbij zijn. De toegangsweg moeten we al kilometers geleden hebben gepasseerd; wij hebben hem niet opgemerkt.
Als we meer richting snelweg 89 komen worden we een paar maal aangehouden door tegenliggers die ons vragen of ze tot Canonville kunnen doorrijden. Ze hebben gehoord van de rangers dat de weg niet toegankelijk was door de regen die in het noorden was gevallen. We kunnen de reizigers geruststellen, de route is tot Canonville bereidbaar. Eenmaal op de 89 besluiten we nog een keer te gaan kijken bij de Toadstool Hoodoo. Achter Toadstool is nog een groep hoodoos waar we de vorige keer door de warmte niet zijn wezen kijken. Je moest er wel even een klein ommetje voor maken in noordwestelijke richting. Daar blijken inderdaad nog wat hoodoos te staan. Omdat het zonnetje fel schijnt in een overwegend wit landschap is het maar de vraag of ze straks op de foto’s enigszins zichtbaar zullen zijn; we zien wel.
Daarna besluiten we een halve mijl door te rijden naar de Long Neck Hoodoo. Bij het tegenoverliggende ranger station lijkt de ranger niet te begrijpen wat ik bedoel; ja, er zijn overal hoodoos in de omgeving. Na enig aandringen wil hij wel bevestigen dat er aan de overkant van de weg ook wat staan, maar een kaartje heeft hij niet. Dan maar op pad aan de hand van het kaartje van een eerdere toerist. We lopen door een gebied waar duidelijk weinig mensen komen en uiteindelijk bereiken we wel een hoodoo, maar of dit nou Long Neck is?

Image Hosted by ImageShack.us Long Neck Hoodoo

In de hitte van de middag – na een koele dag rondom Bryce vinden we boven de 90 graden toch weer warm – sjokken we enigszins teleurgesteld terug naar de parkeerplaats. Op naar het oude Paria movie dorp. Ook dat blijkt een teleurstelling. Vorig jaar hebben vandalen de overgebleven houten huisjes van een filmset in de hens gezet te hebben; er is niets van over. Het landschap is prachtig met veelkleurige bergen, maar een movieset moet toch enigszins herkenbaar zijn door het decor en de facades, maar er is niets van over. Of het er ooit nog komt, ook de Amerikanen weten het niet.
Onderweg naar de eindbestemming van vandaag rijden we door enkele typische Amerikaanse buien. In korte tijd valt er veel water en we weten inmiddels dat deze buiten veel wateroverlast zullen veroorzaken in de riviertjes onder aan de berg waarop we rijden. Als we in Kanab aankomen is het weer droog en na de boodschappen (eindelijk weer een echte supermarkt) en een goed diner valt ook hier weer vroeg de duisternis over het Amerikaanse landschap.

Donderdag 26 juli Escalante – Hole in the Rock Road – Tropic – Bryce Canyon- Tropic 205 km

Image Hosted by ImageShack.us Devils Garden

Na een prima nacht in de Prospector Inn en een stevig ontbijt in hun restaurant kunnen we beginnen aan weer een mooie vakantiedag. Voor vandaag staat de Hole in the Rock Road (HITRR)op het programma. Een goed begaanbare washboarded dirtroad die ons moet leiden naar heel wat moois. Gisteravond ben ik tot laat bezig geweest met de voorbereidingen, want eigenlijk zijn er drie dagen nodig om alles aan deze weg echt goed te kunnen bekijken, en wij hebben er maar één voor uitgetrokken. Natuurlijk willen we naar Spooky en Peekababoo; twee slotcanyons waarvan de eerste erg nauw is en de tweede niet op de grond maar halverwege de canyonwand is. Ook Devils Garden, de Toadstool Hoodoo en Broken Bow Arch zullen we bezoeken. Ik twijfelde nog over Sunset Arch maar Jos vindt de beschrijving zo onduidelijk dat hij al uren dolen en dwalen voorziet.
We starten met een bezoek aan het BLM-visitor center om te vragen naar de conditie van de weg en wat kaart materiaal. Hier worden we echter uit onze droom geholpen. Door de regen die er de afgelopen dagen gevallen is én het feit dat de kans op regen voor vandaag 40% is, wordt de route ons ten strengste afgeraden. Ook de Cottonwood Canyon Road, die we morgen willen doen, zou niet toegankelijk zijn. Het zou nog net mogelijk zijn om de Devils Garden, die 12 mijl op de HITRR ligt, te bezoeken als we daarna maar omkeren. Toch wel teleurgesteld gaan we op weg naar de Devils Garden. Het is echter stralend weer en de hemel is bijna wolkenloos. De weg naar Devils Garden Outstanding Natural Area is breed én droog. Het gebied bestaat uit wonderlijk gevormde zandstenen rotssculpturen die het resultaat zijn van wind en watererosie; het zijn voornamelijk Hoodoos. Maar er is ook een Arch ( Metate Arch) en daarvan kunnen wij nog geen genoeg krijgen.
Inmiddels zijn er wat meer wolken gekomen, maar geen donkere wolken. Hoewel we van eergisteren weten dat dat niets zegt over rivierstromingen en toestand van wegen, nemen we toch de gok: we gaan naar Peekaboo en Spooky. Onderweg is alles kurkdroog en na een veilige rit komen we aan op de parkeerplaats, waar nog drie auto’s staan. We tekenen het trailregister en gaan op pad. We hebben door het negatieve advies alleen geen routebeschrijving bij de BLM gevraagd. We moeten het dus doen met de beschrijving van Henriëtte. Nou die kan zo aangenomen worden bij de BLM, want we vinden het makkelijk.
Peekaboo is een ‘hanging canyon’ (kloof die zich boven in de rotswand bevindt). De ingang ligt vier a vijf meter boven de grond. Op voorhand had ik een klimwand voor me gezien. Bij Peekaboo aangekomen leek dat in eerste instantie 100% mee te vallen, maar hoe dichter je er bij komt, hoe kleiner je wordt en hoe hoger de ingang is. Hier zijn we niet zomaar binnen. We besluiten eerst door te lopen naar het 10 minuten verder gelegen Spooky. Deze canyon is zo smal dat je snel zijdelings moet gaan lopen. Gelukkig zijn we allebei niet claustrofobisch. Ik moet zeggen dat het een erg leuke ervaring was (Jos was wat minder enthousiast) en ik vond het verrassend hoe ver we nog konden komen. Soms werd het na een heel smal stuk, opeens weer w at breder en was je weer 5 meter verder. De hele canyon is 480 meter en ik ben eigenlijk wel benieuwd hoever wij gekomen zijn. Door de nauwe wanden komt er niet zoveel licht naar binnen, maar doordat wij er precies om het middaguur waren, was de zon die er was loodrecht in de canyon wat voor prachtige kleuren zorgden.

Image Hosted by ImageShack.us Kleurenpracht in Spooky Canyon

Toen terug naar Peekaboo. De eerste meters omhoog worden iets makkelijker gemaakt door een stapeltje stenen (die wij dus eerst aan moesten vullen in de hitte) waarna je drie “treden” (net genoeg voor de punt van je grote hiking schoen) in de rotswand kan pakken. Jos was daar redelijk snel op en trok mij uit alle macht naar boven. Voor je gevoel ben je er dan, de realiteit is dat je nog een héél stuk moet. Het volgende deel had zo goed als geen uitsparingen in de wand en je moest een draai maken. Jos weer voorop, maar tijdens de draai kreeg hij de oplossing; ik moest ook komen en langs hem heen klimmen. Zo kon hij mij op het juiste moment helpen en omhoog duwen. En dat allemaal midden in een draai zonder veel houvast. Vraag niet hoe, maar ook dit redden wij. Het ergste leken we toen gehad te hebben, maar het volgende obstakel was misschien wel niet hoog, maar wel erg glad. Met een duw van Jos kon ik op mijn buik naar boven krabbelen en me aan de andere kant in een kom laten vallen. Deze stond, wonderwel, droog ! Jos bekeek de rots van alle kanten hoe hij boven kon komen zonder steun of houvast. Uiteindelijk nam hij van het kleine plateau een aanloopje, zette twee grote passen op de rots omhoog en stond na enig gekrabbel naast mij in de kom. Inmiddels zaten we onder de schaafplekken. In de spiegeling op het plafond zagen we dat het volgende deel van de canyon wel het nodige water bevatte. Het eerste bochtje stond blank en wat daarna (hoger) was konden we niet ziet. We hadden twee keuzes: of schoenen uit en door de plas (maar in de wetenschap dat je met de volgende plassen op je blote voeten verder moet klimmen als je niet om de 2 minuten je schoenen aan/uit wilt doen) of over de rots. Voor dat laatste hadden we echter geen inspiratie hoe daar boven op te komen. Als we zeker wisten dat het daarmee afgelopen was hadden we er nog wel wat op gevonden. Maar de onzekerheid hoeveel van zulke rotsen we nog op moesten maakte dat we besloten niet verder te gaan. Dat was dus makkelijker gezegd dan gedaan want naar beneden was vele malen erger dan naar boven. Vanuit de kom konden we ons laten glijden naar het lagere plateau, maar verder ging dat niet. Het was gewoon veel te stijl. Als het aan mij had gelegen stonden we er nog. Ik zag er geen heil in. Jos nam het voortouw en liet zich tot halverwege de draai zakken, waarna ik me ook moest laten zakken. Daar hingen we dan. Ik steunend op, ja op wat eigenlijk? Als ik weg zou glijden zou ik Jos onherroepelijk meenemen. En Jos zijn uiterste best doen om de draai te maken, wat na enige tijd nog lukte ook. Daarna is het redelijk snel gegaan en na 50 minuten stonden we weer waar we begonnen waren: voor Peekaboo. Wat zou ik graag een video terug zien van onze onderneming.
Nu hadden we nog wel een alternatieve route gevonden op internet. We zouden dan bovenlangs moeten lopen en “in de canyon springen”. Het verhaal vertelde alleen niet hoe we er dan weer uit zouden moeten, zodat we die optie maar niet geprobeerd hebben.
De schoonheid van Peekaboo hebben wij dus niet kunnen ontdekken. Ik denk dat het makkelijker is om deze slotcanyon met wat meer mensen te ontdekken, zodat je elkaar wat kunt helpen. Twee is hier toch wat weinig voor.
Terug naar de parkeerplaats kwam er steeds meer bewolking en zagen wij donkere wolken aankomen drijven. Denkend aan de ranger van het visitor center vonden wij dat wij het noodlot niet langer moesten tarten en terug moesten gaan richting Highway 12. Voor ons dus geen extra Arch. Precies toen wij daar aankwamen begon de hevige regen en (op afstand) het onweer.
Deze autorit verruilden wij het zonnescherm voor de ruitenwissers en de airco voor de verwarming. Met 15 graden was het toch wel erg fris geworden.
Om 4 uur checkten we in bij de Buellberry Inn Bed & Breakfast in Tropic, een dorpje op 10 mijl afstand van Bryce Canyon. Hier waren ze blij met wat regen na 100 dagen van droogte. De eigenaar verwacht dat de Cottonwood Canyon Road voor morgen geen probleem moet zijn, maar was wel verbaasd dat na de regen in de regio Escalante THIRR begaanbaar was.

Bryce Canyon National Park was eigenlijk niet in de route opgenomen, maar nu we zo dicht bij zijn begint dit mooie park toch weer te kriebelen. Doordat onze nationele parkpas van vorig jaar nog geldig is, hoeven wij hier geen $25,= entree te betalen. We besluiten voor een half uurtje naar Bryce te gaan en van de zonsondergang op Sunsetpoint te gaan genieten. Daarna eten we bij het lokale restaurant om vervolgens in de B&B cake, ijs en koffie geserveerd te krijgen. Kortom een perfecte afsluiting van een toch heerlijke dag.

Woensdag 25 juli Bicknell – Lower Calf Creek Falls – Escalante 120,3 km

Image Hosted by ImageShack.us

Vandaag gunnen we onszelf een rustige dag en vertrekken pas om 10 uur uit de Aquarius Inn. Via Torrey gaan we naar Boulder via scenic byway 12. Onderweg lopen we een trailtje over bijna 7,5 kilometer naar het Chriss Lake en terug naar de parkeerplaats. De weg voert door het bos, maar voor zowel het bos als het Chriss Lake zelf hoef je het niet te doen. Het pad gaat wat op en neer en meermalen moeten we over ongevallen bomen heenstappen. De heenweg vraagt de nodige energie door het stijgen van de route, de terugweg gaat een stuk makkelijker omdat het voornamelijk omlaag is. Geen speciale route en we houden het er maar op dat het woensdag is, dus wij normaal gesproken bij Achilles een bostraining zouden hebben. De trainster zal trots op ons zijn ;-).
In Boulder lunchen we uitgebreid bij Burr Trail Caffee, zoals het zich laat aanzien het enige restaurant dat open is, want het is er erg druk.
Daarna vervolgen we onze tocht naar Escalante, langs een scienic route. We onderbreken de reis voor een wandeling van bijna 10 km naar de Lower Creek Falls en terug. Het pad is redelijk eenvoudig en doordat het bewolkt is, erg goed te doen. Als de zon schijnt moet deze route door het zand een stuk zwaarder zijn. Zoals altijd ligt er bij het trail-register een boekje met een routebeschrijving en zoals vaak is er een systeem van genummerde paaltjes onderweg waarin de routebeschrijving iets over verteld wordt. Zo leren we over de historie van de omgeving, het nut van sommige planten en de wonderen van het ecosysteem. We zien aan het eind van de trail een mooie waterval.

Image Hosted by ImageShack.us Lower Calf Creek Falls

We rijden door naar Escalante. We herinneren onze de weg tussen Boulder en Escalante van drie jaar terug als een adembenemende maar bij tijden “enge” route over de smalle weg langs de rand. Waarschijnlijk hadden we toen de Hell’s backborn route genomen, wat nu vinden we de weg ”wel aardig”, maar zeker niet spectaculair. Tja we zijn inmiddels erg verwende toeristen die niet meer warmlopen van iedere scenic view. In Escalante doen we snel wat boodschappen voordat de winkel om 19 uur sluit en checken in bij het motel. Dit keer niet, zoals drie jaar geleden, bij het D motel, want de muffe lucht van de kamer ruiken we nog steeds. Dit keer in het tegenovergelegen Prospector Inn Motel. Na een snelle hap bij een restaurantje twee huizen verderop zit de dag er voor ons weer op. Wat ons steeds opvalt onderweg is, dat veel restaurants speciale waterbakjes hebben voor kolibries. Het is een fraai gezicht om te zien hoe deze vogeltjes stil hangend in de lucht steeds even een beetje water opzuigen uit speciaal daarvoor geconstrueerde openingen in de waterbakjes. Foto’s die we al en paar keer hebben proberen te maken van deze spectaculaire beestjes zijn nog niet echt goed gelukt. We blijven proberen.

woensdag 25 juli 2007

Dinsdag 24 juli Hanksville – Goblin State Park – Little Horse Canyon – Bicknell 207,2 km

Na een rustige nacht in de Wispering Sands Motel gaan we vandaag naar een bijzonder park: the Goblin State Park. Terwijl ik de sleutel inlever zie ik een schorpioen op me afkomen. Ik dacht een paar dagen geleden al dat ik een schorpioen zag, maar het was een heel kleintje en het beestje was nogal doorzichtig terwijl ik schorpioenen toch vooral associeer met groot en rood. Dit keer was de schorpioen wat groter, maar ook deze keer nogal bleekjes; uiteraard de perfecte schutkleur tussen de grauwe rotsen. Voordat ik een fototoestel heb kunnen grijpen is de schorpioen weg.
Goblin State Park is een bijzonder park omdat het vooral sculpturen bevat die deels uit zand en deels uit rots bestaan. Ze hebben de vorm van paddestoelen, smurfen, kastelen en fallussen; klinkt een beetje gek, maar zo zien veel van de sculpturen er wel uit. Het is onwaarschijnlijk hoe grote stenen gedragen worden door smalle draagconstructies van zand. Het is voor ons nog onbegrijpelijker omdat we zien hoe het de afgelopen dagen geregend heeft en dat zou de zandconstructies toch moeten aantasten (mogelijk is dat ook wel het geval, maar zien we dat niet). Het is een fascinerende ervaring tussen deze zandconstructies te lopen en in verschillende valleien verschillende vormen te onderscheiden. We maken zonder veel moeite drie uur hier vol.

Image Hosted by ImageShack.us Goblins

Na de Goblins gaan we naar Little Horse Canyon, een slot canyon die enkele mijlen van het Goblin State Park ligt. We hebben gehoord en gelezen dat het een fantastische canyon is met smalle doorgangen en kloofwanden die soms slechts tientallen centimeters van elkaar verwijderd zijn. Het is een prachtige canyon, maar we hebben last van het feit dat het de afgelopen dagen in dit gebied geregend heeft, zodat de slot canyon op sommige plaatsen flinke plassen kent. Ook een van de smalle stukken waar wij doorheen moeten heeft zo’n ondoorwaadbaar stuk. We peilen met de wandelstok van Esmée, maar 30 cm is ons net iets te diep om er zomaar in te stappen. Later horen we van wandelaars die de hele kloof hebben doorgewandeld dat het water af en toe tot heuphoogte had gestaan. Met de waterpartij in zicht die we niet zonder natte voeten kunnen nemen en met het feit dat ik deze dag al eerder last bleek te hebben van een pijnlijke knie (een blessure die ook al bij het hardlopen naar voren is gekomen) besluiten we het vervolg van deze slotcanyon aan ons voorbij te laten gaan. De canyon blijft daarmee op de to do list staan. Ooit moeten we dus nog eens terug naar deze plek ;-) We rijden door cainville waar we eigenlijk met het oog op de Cathedral Valley Loop wilden overnachten, maar zonder er erg in te hebben rijden we het hele dorp (dat uit welgeteld één hotel bestaat) voorbij. Zo rijden we vervolgens Capitol Reef binnen, maar blijven alleen op de hoofdweg door het park. Deze maakt niet veel indruk aangezien we die al eens hebben gedaan. We komen bj een riviertje waar redelijk wat toeristen en drie parkrangers staan. In Yellowstone betekende zo’n tafereeltje dat er een beer of ander groot wildlife is. Hier heeft het een andere betekenis. Het blijkt dat door een regenbui van een paar uur geleden de Fermont River behoorlijk wat water moet verwerken. De rivier die doorgaans niets is dan een gezapig stroompje, raast nu – roodbruin gekleurd – door de vallei.

Image Hosted by ImageShack.us

Park Rangers zijn stand by om te voorkomen dat dit natuurgeweld onschuldige toeristen zal schaden. We hebben ineens meer respect voor de natuur en beseffen dat het weer veel meer gevolgen kan hebben dan wij steeds denken. Ook als het weer bij jou goed lijkt kan het zijn dat er iets verderop regen valt die ervoor zorgt dat rivieren plots meer water te verstouwen krijgen dan waar ze op berekend zijn.
We overdenken dit soort zaken terwijl we loom in een jacuzzi liggen bij ons zwembad in Bicknell. Overigens een mooie plek om wat vuile was te cleanen en een rustige nacht door te brengen.
’s Avonds eten we in het lokale restaurant “Stag and Heather”, waarvan de kok erg goed blijkt te kunnen koken. Vooral de vooraf geserveerde Patato Skins zijn heerlijk. Tijdens het eten zien we hoe een vrouw met vier kinderen alle Amerikaanse vlaggen die in het dorp langs de straten hangen binnenhaalt. Morgenochtend wordt het vast allemaal weer teruggehangen. Het is een mooi gezicht.
Met het doorrijden naar Bicknell zijn we ruim zo’n 50 km van de Cathedral Valley Loop en de Burr Trail verwijderd. De verwachting is niet dat we daar morgen voor terug zullen rijden, dus weer twee dingen erbij op onze “to do list” voor een volgende trip. (Later zal blijken dat de Burr Trail door de regenval niet begaanbaar is)

dinsdag 24 juli 2007

Maandag 23 juli Monticello – Natural Bridges- Hanksville 261 km

Vandaag gaat de weg via Blanding over de Highway 95 naar Natural Bridges. Onderweg maken we nog een korte trail naar de Butler wash en de indian ruins. Het lijkt wat op de dwelling cliffs in Mesa Verde N.P. (CO). We spotten ook nog wat Lizzards die prachtig geel en groen van kleur zijn en ons een hele tijd bezig houden.

Image Hosted by ImageShack.us Een van de Collared lizzards

De weg naar Natural Bridges, maar ook daarna naar Hanksville, is erg rustig. De overige weggebruikers zijn over de hele dag op twee handen te tellen. Oppervlakkig gezien is het een park dat minder aanspreekt. De witte rotsen met zwarte strepen en vlekken en kleine struiken maken op het eerste zicht een rommelige indruk en houden de blik niet vast. Wanneer we de door de Colorado River uitgesleten natuurlijke bruggen via de trail bekijken wordt het anders. Beneden in de canyon is het aantrekkelijker. Toch zijn we blij dat we niet speciaal voor dit park zijn omgereden maar dat het toevallig op de route lag.

Image Hosted by ImageShack.us Owachomo bridge

De weg naar Hanksville is lang en uitgestrekt, de “cheese box butte” lijkt het enige verrassende te zijn. Net op het moment dat het écht saai begint te worden naderen we de brug over de Colorado
River, en vanaf dat moment zijn er ook weer de prachtige vergezichten. Hanksville blijkt een dorp van niets te zijn. Toch besluiten we hier te blijven om morgen de omgeving te verkennen. Om 16 uur zitten we voor ons cabin van het Whispering Sands Motel en ’s avonds eten we fish and shrimps bij Blondies aan de overkant. Op het terras hebben ze middels ijzeren buisjes waar je door kunt kijken scenic views aangegeven, wat wel grappig is.
’S Avonds is er veel rondblazend zand (we snappen nu de hotelnaam) zodat, als we niet gezandstraald willen worden, we binnen moeten gaan zitten. Ook binnen vermaken we ons prima want er is een concert op tv met Brad Paisley en Rascal Flatts.

Zondag 22 juli Moab- Corona Arch- Canyonland N.P./ the Needles –Monticello 334 km

Image Hosted by ImageShack.us Corona Arch

Vanochtend proberen we nog één keer de trail naar Corona Arch te vinden. Dit maal parkeren we aan de goede kant van de parkeerplaats; bij het trailbord. De weg kan niet missen, en we vragen ons af hoe we twee dagen geleden het toch voor elkaar hebben gekregen om aan de andere kant te parkeren en daarmee de verkeerde trail te nemen. Na de siliconen-koelte-pareltjes in de hoed nat gemaakt te hebben kunnen we op pad.
Het pad is goed aangegeven en goed begaanbaar. Al vrij snel zien we Pinto Arch (Gold Bar Arch). Nu zien we hem van de voorkant, twee dagen geleden liepen we dus achter deze bergketen langs.
Het is, zoals we al gelezen hadden, geen bijzondere Arch. We vervolgen de weg over de slickrocks en af en toe worden we geholpen door een stalen kabel en een trapje om boven te komen. Bow Tie Arch lopen we bijna direct voorbij, zo vol zijn we van de aanblik van Corona Arch. Zeker van dichtbij is dit een pareltje. We lopen er onderdoor en met de zon in de rug maken we nog veel meer foto’s. Op dit tijdstip van de dag biedt Corona voldoende schaduw om het hier een tijdje uit te houden. Vervolgens gaan we net voor Moab de scenic byway 128 op. Over deze weg, die de Colorado river volgt, hebben we veel gehoord. En al snel zal blijken dat dit terecht is. Een weg met prachtige uitzichten en vele fotostops verder slaan we rechtstaf de La Sal Mountains Loop Road op te gaan. We zien een bordje “Bridge Out”, lezen het hardop voor en rijden door. Het eerste deel van de weg, bij Castle Valley, is erg mooi. Mooie ver- (en dichtbij)gezichten van de robuuste bergen. Wij begrijpen dat hier opnames worden gemaakt voor films en reclames. Daarna wordt de weg “iets saaier” als we door de bergen gaan, maar nog steeds klagen wij hier niet over het uitzicht. We passeren in de middle of nowhere een Bed and Breakfast en 5 kilometer later een bordje met “Bridge Out- 4 miles” . Vertwijfeld vragen we ons af of het misschien zal betekenen dat de brug niet toegankelijk is,…we hoeven niet lang te twijfelen een bordje “road ends” helpt ons al uit de droom. We hebben eigenlijk geen zin om het hele stuk terug te gaan (inmiddels zo’n 55 km). Jos opteert voor de dirtroad maar zolang ik niet weet waar die heen gaat, gaat dat feest niet door. Hoewel erger dan vorig jaar, toen we met nog maar heel weinig benzine boven op een berg stonden waar de weg smal en vol stenen was, kan het niet zijn. We rijden terug en in een flits zien we een folder bij de Bed en Breakfast buiten hangen mét routekaartje. Het is heel algemeen maar één ding is duidelijk: de ongeplaveide weg ( Sands Flats Road) gaat naar Moab !!! Daar gaan we dus voor.
Het blijkt een heel goed begaanbare weg te zijn, met een 2-wheel drive moet het ook makkelijk gaan, en het uitzicht is adembenemend. We rijden tussen rotsformaties door die in Arches niet zouden misstaan. Wat zijn wij blij dat wij deze weg “moeten” rijden. Als we het deel van Sand Flats binnengaan zou ik wel iedere 5 minuten een fotostop willen maken. Dit deel is vooral gericht op mountainbikers met veel trails én goede kleurenbrochures van de wegen. Langzaam komen we in de bewoonde wereld van Moab en verlaten het recreatiegebied, want dat is het inmiddels geworden.
Met een korte fotostop bij Wilson Arch rijden we door richting Canyonland National Park, The Needles. Doordat de Castle Valley Loop eigenlijk niet voor vandaag gepland was, is het al een stuk later dan we dachten. Toch besluiten we de Needles, dat 38 mijl (60,8 Km) vanaf de weg ligt, nog mee te pakken. Tussendoor bekijken we ook nog even een staaltje van Indanse petroglyfenkunst bij Newspaper Rock, een grote steen waarop een heel verhal stat dat helaas niemand kan lezen. Ondanks dat blijft het een fascinerend gezicht om de booschappen uit het verleden hier vereeuwigd te zien.

Image Hosted by ImageShack.us Petroglyfen Newspaper Rock

We rijden door naar het park, niet erg slim natuurlijk want om kwart voor 5 bereiken we dit park, dat er echt voor is om langere tijd door te brengen en zo middels langere trails iets van de ruige omgeving te zien. We hebben dus eigenlijk geen rust, vliegen een rondje over de hoofdweg en zetten dan ons weg voort richting Monticello. De weg gaat via het gebergte en we worden op wat wildelife getrakteerd: herten en koeien met kalfjes van de open ranch. In Monticello rijden we rechtstreeks naar het motel van 3 dagen terug dat ons goed bevallen was.
Met eten hebben we minder geluk: het aanbevolen restaurant uit Moon’s Handbook is gesloten op zondag, en de overige zaken sluiten allemaal om 21 uur, terwijl wij daar dus nét iets later aan de deur staan. Gelukkig is er altijd nog noodrantsoen in de vorm van pinda’s etc.

zondag 22 juli 2007

Zaterdag 21 juli Moab – Arches National Park- Moab 79,2 km

Image Hosted by ImageShack.us Delicate Arch

Vandaag gaan we naar Arches, een park met meer dan 2000 natuurlijke rotsbogen. Hier zijn we in 2004 ook al geweest maar toen hadden we veel last van de hitte waardoor we toen niet alles hebben kunnen zien wat we graag wilden. Daar willen we vandaag verandering in brengen. Arches ligt maar een paar mijl van Moab af, zodat we pas rond 9 uur vertrekken. Esmée rijdt in het park en vindt dat zelf bijzonder, terwijl ze toch al jaren rijervaring heeft. Ze doet het natuurlijk prima!
Als eerste gaan we naar Delicate Arch, die we vorige keer slechts van op afstand hebben kunnen zien en nu echt van dichtbij willen bewonderen. Het is een trail van zo’n 1,5 mijl (2,3 km). Eigenlijk is de boog het mooist bij zonsondergang, maar wij kiezen toch voor de relatief koele ochtend; 32 graden Celcius. Bij het begin van de trail wordt men er nogmaals aan herinnerd om genoeg water mee te nemen aangezien eerder deze week het “rescue-team” uit had moeten rukken voor iemand die te weinig gedronken had. Met de hitte vinden wij het nu nog erg meevallen en het pad is zéér goed toegankelijk, ook het deel over de rotsstenen dat omhoog gaat is makkelijk. Na een half uurtje komen we op de bekende richel en nadat we daar de bocht omgaan staat Delicate Arch daar in volle glorie. Wat een prachtige boog is dit van zo dichtbij. De vorige keer hadden wij hem vanaf een viewpoint gezien en dan is die mooie boog erg klein. Ook vanaf foto’s hadden wij hem niet zo groot ingeschat, maar met zijn 14 meter hoog en 10 meter breed mag deze boog er zeker wezen.
Jos loopt helemaal tot onder de boog en Esmée blijft, laten we zeggen voor de foto, op enige afstand staan. Na een goed half uurtje genoten te hebben gaan we weer terug over het zelfde pad.
Daarna gaan we naar de Devils Garden. Een tocht van ruim 7 km zal ons brengen tot Double O Arch en Dark Angel. Die laatste willen we natuurlijk speciaal voor Patricia fotograferen Image Hosted by ImageShack.us. Inmiddels is de temperatuur opgelopen tot ruim 40 graden.
De trail brengt ons eerst bij Landscape Arch; een van de grootste bogen ter wereld (93m br, 32 m h)
Maar omdat we deze Arch tijdens ons vorige bezoek al uitvoerig bewonderd hebben keuren we hem nu (bijna) geen blik waardig. Vanaf hier waarschuwen bordjes ons dat het vervolg van de trail moeilijk is. We zullen wel zien, we vinden ons toch al wel doorgewinterde (wat een raar woord in de zomer) wandelaars. We trotseren de warmte en gaan op weg naar het einde van de Dark Angel Trail. Als eerste zien we nog Wall Arch die gewoon op het pad staat. Een onverwachte verrassing. De afslag naar 2 andere bogen bewaren we voor de terugweg. Het pad wordt wat smaller, het is wat meer steen maar het gaat goed. Nadat een bordje aangeeft dat we naar boven moeten wordt het pad toch iets anders.
We stijgen geleidelijk en na verloop van tijd wordt het pad een stenen richel van ongeveer een meter breed die ons over lager gelegen vallei brengt. Ik ben niet zo’n held op hoogten dus ik ben blij dat ik Esmée naar de overkant kan helpen. Na een paar pittige oversteekjes bereiken we Double O Arch. Ook vandaag blijken we andere toeristen tegen te komen die zich pontificaal in de Arch hebben gesetteld en geen aanstalten maken om plaats te maken voor foto’s van anderen (het is vervelend maar ook deze keer zijn het weer Duitsers, wat is er toch met deze mensen?). We vervolgen onze weg naar Dark Angel Rots en hopen dat we bij terugkomst bij Double O Arch toch nog ongestoord een foto kunnen maken zonder landschapvervuiling van toeristen, wat blijkt te lukken. De weg terug leggen we af onder warme omstandigheden (102 graden F) en na vijf kwartier bereiken we de ingang van deze route, terwijl we onderweg ook nog een bezoekje brengen aan Navajo Arch en Particion Arch en een blik werpen op Black Arch Viewpoint. Toegegeven dat we later op de foto’s wel zullen zien hoe mooi die werkelijk zijn, want de hitte plaagt ons toch een beetje op deze trip.
We zijn blij dat ons hotel een zwembad heeft waar we even in kunnen afkoelen. Daarna natuurlijk nog de berichtjes op de weblog en per e-mail lezen; het is leuk om de reacties op onze vakantietrip te lezen. En Piet, jouw berichtje is ook helemaal goed ontvangen hoor.

Image Hosted by ImageShack.us Jos voor Dark Angel

zaterdag 21 juli 2007

Vrijdag 20 juli Monticello – Moab – Canyonlands National Park – Moab 293 km

Image Hosted by ImageShack.us

De afstand tussen Monticello en Moab is niet zo groot zodat we al vroeg in Moab zijn. Geeft ons de gelegenheid om alvast een kamer voor de komende dagen te bespreken en daarna ons plan te trekken. De Days Inn ligt op een mooie plek aan de rand van het centrum, heeft zowel een ontbijt als een zwembad en beschikt natuurlijk over wifi, wat nodig is voor het bijhouden van ons internet dagboek. Grappig dat zo’n dagboek bijhouden van invloed is bij de hotelkeuzes die we maken, ze moeten wifi hebben. Om 10:00 uur ligt de kamer vast en later op de dag zal blijken dat het een goede keus is geweest; we krijgen een royale kamer met een eigen uitgebouwde keukenhoek.
Nu dit geregeld is vertrekken we naar Cayonlands National Park, een park dat uit drie delen bestaat die geografisch gescheiden worden door rivieren. Het deel dat we vandaag bezoeken – Island in the sky district- heeft veel mooie vergezichten en veel korte en lange trails die je kunt wandelen. Wij kiezen voor enkele kortere trails en genieten van de uitzichten die het park biedt. We kijken zo ook nog even naar de Shafer trail. Van bovenaf gezien lijkt het een redelijke dirtroad te zijn. Uit verhalen en reisverslagen weten we dat het een erg hobbelige weg is en dat de weg –die niet breed genoeg is om tegenliggers tegen te komen- met enige regelmaat erg dicht langs de canyonrand gaat. Middels een deel van deze weg kun je naar Musselman arch waar je overheen kunt lopen. We weten dat we dat allebei toch niet durven en daarmee besluiten we het avontuur van de Shafer trail ook maar niet aan te gaan.
Tussen de middag zoeken we een beschutte picknickplaats op bij een van de uitzichtpunten. We zitten er nog maar net als we bezoek krijgen van een slangetje van ongeveer 40 cm, die vindt dat onze picknicktafel precies op zijn route ligt. Voor de zekerheid besluiten we even hogerop te gaan zitten om onze geel met witte vriend vrije doorgang te verlenen. We hebben geen verstand van slangen en hebben geen behoefte om proefondervindelijk vast te stellen of deze wel of niet giftig is. Na Canyonlands twijfelen we nog even of we ook Dead Horse State Park zullen bezoeken, maar aangekomen blijkt dat dit park nog een uurtje open zal zijn. We besluiten om op weg naar Moab nog even wat petroglyfen te gaan bezichtigen aan de oever van de Colorado rivier en nog even een bezoek te brengen aan twee Arches (Corona en Bowtie) even verderop aan dezelfde rivier. De petroglyfen zijn makkelijk te vinden op de donkere delen van de rotsen langs de rivier. Verderop worden ook nog dinosaurussporen aangekondigd, maar daar raken we niet echt van overtuigd. De arches liggen op een minder toeristische plek en als we de trail naar de arches lopen blijken we de roemruchte bogen niet te vinden. We twijfelen of we goed lopen; we zijn wél over het spoor gekomen, maar echt steil omhoog gaat de route niet. Verder zou de route makkelijk te vinden zijn maar de route die wij hebben gaat over stenen en slickrock, we klimmen steeds weer over een nieuwe partij stenen en een herkenbare weg zien we niet. Wel af en toe cairns. Maar waar is toch Pinto (of Gold Bar) arch die we zouden moeten zien? Het zou een trail van 1,5 mijl zijn en als we na 40 minuten nog steeds geen enkele arch zien, keren we om. Dit kan onmogelijk de goede route zijn. Onverrichter zake keren we terug naar de parkeerplaats. Daar aangekomen ziet Jos meteen dat er nog een pad is: naast het trailbord,… we kijken op het bord en stellen daar aan de hand van de hoogtekaart vast dat we in de verkeerde canyon hebben gelopen. Op zich een mooie route met wat klim- en klauterwerk, maar niet wat we dachten te bezoeken. Een van de volgende dagen volgt wellicht een herkansing, een beetje afhankelijk van het weer.
We dineren in Moab bij een tentje waar we drie jaar geleden ook prettig op de waranda zaten en eindigen zoals vaker me een “to go box” voor alles wat we niet op konden. Hoewel alle Amerikanen het vanzelfsprekend vinden dat je zo’n box krijgt voel je je als Nederlander toch een beetje lopen met de piepschuimbak. ’s-Lands wijs ’s-lands eer zullen we maar denken.

vrijdag 20 juli 2007

Donderdag 19 juli Cortez – Mesa Verde – Monticello 210,4 km

Image Hosted by ImageShack.us

Vandaag een route naar het Mesa Verde National Park, vlak buiten Cortez. Na een korte route zijn we bij de ingang en daarna slingert een adembenemend mooie weg zich door de bergen naar het visitor center. Bij het visitor center is het druk omdat dit de enige plek is in het park waar je tickets kunt kopen voor de verschillende begeleide tours die je er kunt maken. Wij kopen tickets voor de 11:00 uur-tour naar Balcony House en de 12:30 tour naar Cliff Palace. De essentie van de beide tours is dat je kunt bekijken hoe Anasazi-indianenstammen in de kliffen van de rotsen van Mesa Verde “dorpen” hebben gebouwd, waar ze tot de 13e eeuw gewoond hebben. Het is onduidelijk waarom ze weer vertrokken zijn; mogelijk door de aanhoudende droogte. Het blijft adembenemend hoe onder de overhangende rotsen complete families hun woonplaatsen hadden gecreëerd. Cliff Palace is het grootste wooncomplex en daardoor ook indrukwekkend. Het is goed toegankelijk en je komt echt tot aan de woningen, wat de trip erg leuk maakt. Balcony House is spectaculair omdat je alleen binnen kunt komen door een 10 meter hoge houten trap te beklimmen. Daarna kom je via kleine weggetjes van de ene naar de andere ruimte. De uitgang bereik je via een kleine tunnel waar je op handen en voeten door moet kruipen om vervolgens weer via een stijl klimmetje bij de top van de klif te komen. De ranger bij Balcony House is een Indiaanse die benadrukt hoe heilig de grond is die we betreden en hoe zorgvuldig wij ermee om moeten gaan. Bijzonder is verder dat ze zich voorstelt in het indiaans, terwijl ze tevoren heeft gecheckt of iemand die taal machtig is; niet dus. We nemen maar aan dat het bij de folklore hoort. Verder dreunt ze haar lesje op, in tegenstelling tot de ranger die we later bij Cliff Palace tegenkomen en die duidelijk meer kennis van zaken heeft en er genoegen in schept om via de vragen van de gasten zijn eigen verhaal te vertellen. Maar beide tours zijn meer dan de moeite waard. Na de lunch gaan we op weg om via een trail de petrogliefen te bewonderen. Via een bergachtig pad lopen we bijna vier kilometer langs de rotswand om tekeningen te zien die de oude bewoners van de valley in de rotswand hebben aangebracht. Tijdens de wandeling, die uitzicht geeft op prachtige valleien en mooie natuur, trekken donkere wolken samen boven het park. Blijkbaar onweert het ook want we horen de donder, maar de zon blijft de hele weg aanwezig en we kunnen volop genieten van alle moois dat we zien. Een prachtig park, waar we echt nog veel langer hadden kunnen blijven, met veel bezienswaardigheden en veel trails die je kunt lopen. Een echte aanrader voor ieder die dit deel van het land gaat bezoeken.

Image Hosted by ImageShack.us

Op de weg naar Monticello spettert het af en toe en door de donkere wolken waar de zon doorheen schijnt hebben we een adembenemend mooie afsluiting van deze reisdag.

Woensdag 18 juli Kayenta –Monument Valley – Gooseneck s.p. – Cortez 301,3 km

Image Hosted by ImageShack.us

De vorige keer dat we in het Zuid-Westen van de USA waren hebben we Monument Valley niet bezocht. We hadden de foto’s gezien van toeristen die op open trucks door het park werden gereden en dat sprak ons absoluut niet aan. Pas later hoorden we dat je ook op eigen gelegenheid door het park kunt rijden. Dus dit keer moest het ervan komen. Het gebeurde vast niet onder een gelukkig gesternte, want we waren al lang en breed het park voorbij voordat we bedachten dat de eerder aangegeven 4 mijl tot de ingang wel erg lang duurde. Konden we alvast de foto maken die iedereen moet maken als hij 10 km voorbij het park is. Monument Valley moet het vooral hebben van de herkenning die je hebt met beelden van stoere fors omhoog stekende tafelbergen, die je herkent van films en reclames. Alleen daarom al een park waar je toch geweest moet zijn. Desondanks werden wij niet echt warm van het park, maar misschien viel het licht verkeerd of was de temperatuur niet goed, of ontbrak er iets anders dat nodig is om dit spektakel ten volle te kunnen genieten? Door het park loopt een weg langs alle rotsformaties, maar we misten toch de trails. Nu was het naar de overlook of parkeerplaats rijden wat rondkijken en een fotostop en weer verder. Het park kreeg wat meer karakter toen er donkere onweerwolken boven de steenmassa’s verschenen. Later bleek het in de omgeving van het park een klein beetje geregend te hebben; wij hebben daar niets van gemerkt in de Valley.
We vervolgen onze weg naar Mexican Hat waarbij het uitzicht onderweg minstens net zo spectaculair is als in Monument Valley. Na een lunch aan de San Juan River bezoeken we Gooseneck State Park, waar we spectaculaire bochten in de rivier bezichtigen. Waar we Horseshoe Bend nog op de foto kregen, gaat dat hier met drie bochten achter elkaar zeker niet lukken. Onderweg is het landschap bijzonder omdat er heuvelpartijen zijn waar de verschillende soorten aardlagen in diverse kleuren golvend te zien zijn; zou de camera dat ook vastgelegd hebben zoals wij het waarnamen? We zijn benieuwd naar de foto’s.
Daarna de lange weg naar Cortez, een mooi dorp in Colorado, waar we overnachten in het Travellodge hotel voordat we morgen Mesa Verde zullen bezoeken. Onderweg blijkt dat de streek tussen Bluff en Cortez olie bevat, langs de weg zien we talloze ja-knikkers die het zwarte goud omhoog moeten pompen.
In Cortez gaan we – zeer on-Amerikaans – te voet naar de supermarkt die 3 kilometer verder ligt; het is te warm om te gaan hardlopen maar we willen toch wat beweging. Op het parkeerterrein zien we een vee-truck met achterin een lama, een echt Amerikaans beest maar meestal meer naar het zuiden gesignaleerd. Verder staat er een auto met groot achterop de ruit het woord Joseph geschreven. Zullen we wachten tot we de eigenaar de hand kunnen schudden? Toch maar niet gedaan. Na de boodschappen stappen we bij de supermarkt buiten en blijkt dat de duisternis is ingevallen, niet omdat de zon weg is, maar omdat de hemel is verduisterd door donkere wolken. Af en toe voelen we een spettertje; zou het dan toch gaan regenen? Het blijft bij spetters en pas later die avond zal het een kwartiertje regenen. Onderweg naar ons hotel komen we langs een RV-kamp, waar iemand in het donker TV zit te kijken. Niet zomaar een TV, maar een enorme flat-screen zit weggewerkt in de zijkant van de wagen. Onder de zonneluifel zit de eigenaar. We vragen ons nog af hoe die van dichtbij het beeld kan bekijken, want het is eerder afgestemd op mensen zoals wij, die honderd meter verder staan. Het is een raar zicht een grote flat-screen aan zijkant van de camper weggewerkt onder een luik, maar het bewijst maar weer dat niets in Amerika onmogelijk is.

woensdag 18 juli 2007

Dinsdag 17 juli Page – Lower Antelope Canyon – Upper Antelope Canyon – Kayenta 114,3 km

Image Hosted by ImageShack.us

Vandaag weer vroeg op omdat we zowel de Lower als de Upper Antelope Canyon willen zien. De Upper is vooral rond de middag en de Lower ’s morgens en ’s middags het mooist in de zon. Dus wordt de volgorde eerst de Lower en daarna de Upper. Om iets voor acht uur staan wij klaar om de eerste canyon te bezoeken, maar de Indianen slapen misschien vandaag een beetje uit en ze komen een kwartiertje later (en ik maar denken dat alleen Brabanders zo’n kwartiertje hadden). Maar als ze er zijn gaat het allemaal snel en soepel. Ieder die de canyon in wil krijgt een begeleider mee, terwijl het een canyon is die je zonder guide mag bezoeken. Mogelijk dat een ongeluk met bezoekers in 1997 hier een rol in heeft gespeeld? Wij krijgen een jonge Indiaan mee die ons de hele tocht begeleid met gitaarspel; hij is gespecialiseerd in intro’s van bekende nummers. Hij laat ons verder met rust en blijft op de achtergrond aanwezig; heel wat beter dan enkele van zijn collega’s die we daarna ook zien en die hun gasten met enige spoed door de canyon loodsen. Wij krijgen ruimschoots de tijd om heen en terug door de canyon te wandelen. Heen maken we vooral veel foto’s en terug hebben we wat meer rust om uitvoerig rond te kijken. Datzelfde zal ’s middags ook gebeuren en blijkbaar is er enige zelfopgelegde “druk” om mooie foto’s te maken, terwijl de foto’s niet laten zien wat het oog waarneemt. De Lower Antelope Canyon is 400 meter lang en toont de meest fascinerende rotswanden in allerlei vormen en kleuren. De Lower Antelope Canyon start aan de oppervlakte en daarna daal je in de kloof af. De zon laat zich vanmorgen slechts mondjesmaat zien, dus ook de canyon toont zich slechts op enkele momenten op zijn mooist, maar het blijft een indrukwekkend gezicht. Na een uitvoerig bezoek hebben we nog tijd voor een ontbijt voordat we ons om 11:00 uur melden bij Egris Canyon Tours, waar onze tweede expeditie begint. Dit keer een begeleide tour waarbij we adviezen over fotografie zullen krijgen. De groep bestaat naast ons uit twee dames en twee heren en een vrouwelijke Navajo-gids. Lekker klein groepje, waardoor we straks veel tijd zullen hebben voor onze foto-shoot. De Upper Antelope Canyon is een spleet in de rots die over een lengte van 90 meter vlak loopt. Onze gids racet met haar wagen door zand en kuilen naar onze bestemming, waarbij de passagiers achterin regelmatig tegen het plafond worden gelanceerd. Deze canyon is veel breder dan de Lower en ook een stuk drukker. Groepen toeristen worden af en aangereden en in een uurtje door de kloof “gejaagd”. Gelukkig hebben wij meer tijd en onze gids zorgt ervoor dat we op veel plaatsen rustig de tijd krijgen om onze plaatjes te schieten, waarbij ze als een regisseuse aangeeft wie waar moet staan en wat je beter wel of niet fotografeert. Als ze merkt dat we dat zelf willen bepalen en toch mooie plaatjes maken, laat ze de groep wat meer haar eigen gang gaan. Omdat de zon op dat moment precies in de kloof schijnt krijgen we hier en daar een schitterende kleurenspel te zien op de wanden van de kloof.

Image Hosted by ImageShack.us Image Hosted by ImageShack.us

Fascinerend wat licht kan doen op de wanden van deze kloof en hoe de kleuren variëren van witgeel via oranje en rood tot paars en diep zwart. Niet snel daarna echter verdwijnt de zon geheel achter de wolken en wordt het een stuk donkerder in de canyon. We zijn blij dat we in het begin tenminste zon hadden, want zonder zonlicht zie je mooie wanden die allerminst spectaculair zijn. We zijn benieuwd naar de foto’s, maar moeten eerst nog een tijdje rijden voordat we bij de eindbestemming van vandaag aankomen; het Best Western hotel in Kayenta, een slaperig dorp vlak voor de bestemming van morgen, waar we drie jaar geleden ook waren. Het ziet er allemaal nog hetzelfde uit en zelfs het menu van het Mexicaanse restaurant is nog hetzelfde, maar wie maalt daarom als hij hier maar eens in de drie jaar komt? Wij niet.

Maandag 16 juli Page – Horseshoe Bend Overlook – Alstrom Point – Page 96,8 km

Image Hosted by ImageShack.us

Vandaag belooft weer een mooie dag te worden met twee uitzichtpunten.
Als eerste gaan we richting Horseshoe bend overlook, op nog geen 10 minuten van het hotel verwijderd. Horseshoe bend is één van de spectaculairste hoefijzervormige rivierbochten van de Colorado river in het zuiden van Amerika.
Deze bocht heeft zich gevormd in miljoenen jaren oude lagen van de Navajo Sandstone.
Vanaf de parkeerplaats, die direct aan de 89 ligt, is het 10 minuten lopen naar het uitzichtpunt. Het water is blauwgroen, de wanden grillig en hoog. Met een beetje passen en meten moet het te doen zijn om de bocht, met een groothoeklens, in één keer op de foto te zetten. Alleen zijn we allebei niet van die helden om écht naar de rand toe te lopen. Een Franse dame daarentegen loopt op haar teenslippers naar de rand en neemt plaats,……. Niet iedereen kan een held zijn, dus maken wij de foto’s op enige afstand, maar we krijgen de gehele bocht in een keer op de foto. Tegelijkertijd beseffen we goed dat de grootsheids van deze bocht op een foto nooit zo indrukwekkend kan zijn als in het echt. Het is werkelijk prachtig en een echte aanrader als je toch in de buurt bent of wilt komen.
Daarna zetten we koers naar de Visitor Center van Big Water. Dit center is gebouwd in de vorm van het hart van een versteende boomstam (het is dat het vermeld stond, want wij hadden het niet direct herkend). We worden geholpen door een uiterst vriendelijke man die ons aan de hand van een plattegrond uitlegt hoe we het beste bij Alstrom Point kunnen komen. Geen detail wordt vergeten want zelfs het stoppen voor het stopbord wordt uitgelegd. De conditie van de weg, dat was eigenlijk de enige vraag die we hadden, is vandaag – voor een dirtroad - goed.
We zijn op voorhand toch wat gespannen, want het schijnt volgens de beschrijvingen niet de makkelijkste weg te zijn. Het blijkt alleszins mee te vallen; de weg is niet zo hobbelig als die naar “The Wave” én er staan verschillende wegwijzerbordjes, waar we het bij onze rit naar de Wahweep Hoodoos zonder moesten stellen.
Het uitzicht is werkelijk prachtig; straight cliffs, wittige rotsen (die van dichtbij vooral uitgedroogde modder blijken te zijn) en mooie vergezichten. Bij het passeren van de verschillende washes houden we wat in, maar verder rijdt het op de brede weg goed. Na 17 mijl wordt de weg iets minder, maar nog steeds goed te doen. We komen langs het bord “ Alstrom point 5 miles”, en weten dat het echte punt dan nog 7 mijl is.
Het volgende stuk is wel wat meer oppassen; grotere brokken steen, maar vooral de vlak voor de auto overstekende hazen maken het spannender. Iedere keer als zo’n stom beest nog net voor de auto wil oversteken schik je je een ongeluk. Gelukkig gaat het steeds goed en rijden wij niet één haas plat. Na zo’n goede 5 kwartier hebben we de 25 mijl erop zitten en zijn we bij het eerste uitzichtpunt. We kijken eens naar elkaar en zien meteen dat we hier hetzelfde over denken; “is dit nou waar we voor gekomen zijn?”. Het is aardig, maar we zijn zo verwend dat we dit maar een gewoon uitzicht zijn gaan vinden. We weten dat het dan nog 2 mijl is naar het échte uitzichtpunt. Maar wel twee mijl over erg slecht terrein.
Na zo’n 100 meter gaat er een kort weggetje steil omhoog en in de weg zit een groot gapend gat. Als dit de weg is moeten wij het voor gezien houden. Enig onderzoek van Jos levert echter een alternatief weggetje op zo’n 50 meter verder aan de rechterkant. Daarna komen we op een plateau van slickrock waarop de weg echt niet herkenbaar is. We rijden op goed geluk (nou ja, via het enige stuk dat nog enigszins begaanbaar is) en komen bij iets uit dat weer gewoon op een weg lijkt, om vervolgens al schuddend op het volgende slickrock-plateau uit te komen. 300 meter voor het échte eindpunt zetten we de auto neer en gaan te voet verder. Aan de bandensporen te zien zijn er meerdere auto’s geweest die echt tot het uiterste puntje doorgereden zijn. De spanning stijgt voor hetgeen wij te zien zullen krijgen. Maar ook dit uitzichtpunt valt een beetje tegen. Het is wel mooi, maar zeker niet spectaculair (terwijl er veel natuurfotografen speciaal naar dit punt schijnen te komen). Het is redelijk bewolkt, dus mogelijk dat het met wat meer zon anders zou zijn want we kunnen niet ontkennen dat de foto’s die we vooraf gezien hebben erg mooi waren.
We blijven niet zo heel lang voordat we onze weg terug vervolgen. De weg terug maakt de tocht toch weer de moeite waard, vanaf deze kant zien we weer hele andere dingen als op de heenweg. In Big Water drinken we in de shop annex videotheek annex koffieshop een kop koffie waarna we terug gaan naar Page.

maandag 16 juli 2007

Zondag 15 juli Page – Coyote Buttes North (the Wave) – Page 144,5 km

Image Hosted by ImageShack.us

Vroeg opstaan en op pad, naar wat wij vooraf toch beschouwden als een van de hoogtepunten van onze reis: the Wave. Dat bijzondere gebied waar de aardlagen in vele kleuren, in smalle laagjes op elkaar en in bijzondere gedraaide vormen in een klein natuurgebied zichtbaar zijn. De weg er naartoe is vooraf op hoogtekaart en met foto’s met beschrijving door het Bureau of Land Management (BLM) aan ons toegezonden, tegelijk met de permit die toegang geeft tot dit gebied. Om 5:45 uur starten we onze auto en rijden naar het noordwesten. De dirt-road die we moeten nemen geeft een voorproefje van het toekomstige landschap; dwarsgestreepte laagjes rots, waarbij wij hopen dat degene die de schroeven bij onze Toyo heeft aangedraaid dit niet op maandagmorgen mocht doen, anders vallen er straks onderdelen van de auto af. Maar ook deze duurtest doorstaat de auto glansrijk en na 8 mijlen bereiken we de parkeerplaats. We zijn en beetje teleurgesteld dat er al veel auto’s staan, maar die blijken permits te hebben voor tal van andere tochten die je in deze omgeving kunt maken. Na ingeschreven te hebben in het register starten wij onze tocht. Voor de zekerheid hebben we 5,5 liter water bij ons. Gelukkig is het niet zo warm – slechts 85 graden (ongeveer 30 C) – en een klein beetje bewolkt waardoor het zonnetje niet de hele tocht op onze bol brandt. Het eerste zandklimmetje doet het ergste vrezen voor de rest van de tocht, maar het verloopt eigenlijk voorspoedig. We lopen uit de wash eigenlijk gelijk de goede heuvel op en al snel blijkt dat de BLM een prima routebeschrijving heeft verzorgd. Esmée heeft ook nog Google Earth aanwijzingen van en van de Amerika-forumleden en zo bereiken wij na een uur en drie kwartier rustig wandelen onze bestemming. Onderweg maken we veel foto’s (iedereen die straks komt kijken, maak je borst maar nat!) en als we ook het laatste lastige klimmetje hebben genomen staan we ademloos te kijken naar de schoonheid van de Wave. In het echt zijn er nog meer kleurschakeringen en de grilligheid van dit natuurverschijnsel kent zijn weerga niet. Het enige smetje op dit fraais zijn twee Australiërs die hardnekkig blijven zitten in de schaduw van een van de mooiste plekjes, dus een mooie foto zonder toeristenvervuiling zit er voor ons niet in.

Image Hosted by ImageShack.us

Daarna wandelen we rond in dit bijzondere landschap, waar ook fraai gevormde sculpturen te zien zijn zoals brainrock en hamburger-rock; de lezer snapt het al, de rotsen hebben de vorm van hersenen en van het enige echte Amerikaanse statussymbool uit eigen keuken, de hamburger, (nature has many different and unexpected forms). Als we na een uitgebreid bezoek aan de omgeving nog even kijken of onze Aussies vertrokken zijn zodat wij een onvervuilde foto kunnen nemen blijken ze er nog te zitten en inmiddels als groep uitgebreid te zijn met drie Duitse toeristen, die “unbedingt nicht das Mittagessen unterbrochen sehen möchten” (waarom vind ik Duitsers meestal niet leuk??). Ook na vriendelijk vragen geven ze te kennen niet op te willen staan. Esmée maakt nog wat foto’s met onze “vrienden” erop, dus als je ze een keer tegenkomt, dan weet je hoe leuk ze kunnen zijn. Misschien maken we nog wel een poster van ze met de tekst “WANTED”.
De terugtocht verloopt in de volle zon, het is inmiddels net iets boven de 100 F graden (38 C), en dat blijkt toch niet echt onze favoriete temperatuur. We zijn blij dat we van deze prachtige tocht al op de heenweg foto’s hebben gemaakt, nu is het toch vooral lopen en niet meer echt rondkijken. Zuchtend, zwetend en moe bereiken we uiteindelijk toch weer de parkeerplaats, waar we echt even moeten bijkomen van ons anderhalf uur durende tochtje door de hitte. Gelukkig bevat de koelbox nog heel veel koude flesjes water en langzaam komen we weer een beetje bij kennis (de laatste kilometers zijn echt op de automatische piloot verstreken, gewoon het ene voetje voor het andere zetten, en doorlopen tot je er bent (het lijkt de herfstmarathon van Etten-Leur wel).
Moe maar voldaan lunchen we daarna met salade en dik belegd brood (de zeer vele verschillende laagjes vlees en kaas doen aan de Wave denken, hoe bedenken ze trouwens zo’n broodje) op het beschaduwde speelterrein met picknicktafel van de school in Big Water. Daarna bezoeken we het bezoekerscentrum van de waterkrachtcentrale in de stuwdam van Lake Powell bij Page. Nog voordat we binnen zijn komt de bewaking naar buiten om duidelijk te maken dat de fototoestellen prima zijn, maar de tassen waarin ze zitten absoluut verboden. Binnen moeten we door een metaaldetectorpoortje, waarbij eerst alle zaken met metaal in een bakje moeten worden verzameld. De strenge beveiligingsbeambte (dezelfde die ons eerst terugstuurde), maakt nu duidelijk dat mijn plastic kompas niet om mijn nek mag blijven hangen – er zit immers metaal in (hoe dun dan ook), maar wijst vervolgens dat mijn riem met grote ijzeren sluiting mag blijven zitten. Ik begrijp er niets van. Vervolgens blijft het poortje piepen en wordt ik vakkundig elektronisch gescand (zelfs mijn creditcards blijken te “piepen”, ze vertegenwoordigen waarschijnlijk “hard cash”). Als ik daar vervolgens iets over vraag krijg ik slechts ten antwoord dat ze die discussie niet wil. Ik kan niet anders dan opmerken dan dat ze de discussie zelf begonnen is. She is not amused and neither am I.
Het zwembad van het hotel brengt ons de nodige verkoeling, waarna we nieuwsgierig de foto’s van vandaag willen terugzien.

zondag 15 juli 2007

Zaterdag 14 juli Page- Wahweap Hoodoos- Toadstool Hoodoo- Page 146,5 km

Image Hosted by ImageShack.us


Vandaag een wat rustiger dagje, met de Hoodoos in het vooruitzicht. Dicht bij Page en de wandelingen er naartoe zijn op papier eitjes voor “profi’s” als wij. Kijken hoe onze royale Amerikaanse versie van de Toyota Rav4 4x4 het er vanaf brengt, want we krijgen vandaag bijna 20 kilometer “dirtroad” (zand/kiezel/rotsweg) voor de kiezen. Vandaag zien we voor het eerst een sticker in onze huurauto dat we eigenlijk geen dirtroad met onze terreinwagen mogen betreden. Merkwaardig want deze vierwiel aangedreven Toyota lijkt er voor gemaakt, met naast de vierwielaandrijving zelfs een lage gearing en een vierwiel-block voor alle versnellingen. De uitdaging lonkt! Wij op weg naar de Wahweap Hoodoos.
De Toyo gedraagt zich voorbeeldig en probleemloos komen we aan bij de plaats van bestemming. Toegegeven dat ik vandaag wel even aan Esmée vroeg wie deze trip langs weliswaar legale, maar officieel afgeraden, route al gevolgd hadden - veel dirt soms weinig road – met steile hellinkjes en hier en daar flinke gaten in de weg. Of het antwoord echt bemoedigend is laten we hier in het midden. Maar zoals gezegd, Toyota bouwt niet voor niets auto’s die het in iedere test prima doen, dus ook in deze test slaagt het merk met vlag en wimpel. Tomtom helpt, want die kent alle wegen, ook die officieel niet bestaan en zo komen we bij de “wash” (droge rivierbedding) die ons bij de Hoodoos brengt. De routebeschrijving van eerdere reizigers (bedankt !) helpt en binnen no-time hebben we de eerste Hoodoos in het zicht. Fascinerend om te zien hoe blokken rode rots balanceren op zachte witte kalksteen die langzaam door de elementen verder wordt aangetast. Van sommige Hoodoos weten we al dat ze hun “top” hebben verloren. Iedere Hoodoo is anders en iedere Hoodoo is fascinerend, hoog of laag, smal of breed, alleen of in een groep, het blijft een spectaculair gezicht deze – soms tegen alle wetten van de natuur in – balancerende rotsen. Na de eerste groepen van de Wahweap Hoodoos tijden we terug naar de 89 en bezoeken we ook nog even Toadstool Hoodoo. We hebben wel gezien dat de temperatuur ruim boven de 100 graden Fahrenheid is, maar we hebben niet echt ingeschat wat deze temperatuur doet met twee Hollanders die net uit de 20 gradenzone in Holland komen. Gelukkig hebben we veel water bij ons, want zelf dit kleine klimmetje kost veel energie en zweet. De Toadstool Hoodoo is wel een bijzondere bezienswaardigheid in een bijzonder decor (grijze, witte en rode rots – afgewisseld met rood, wit en donker zand) met hier en daar Hoodoos, die soms een beetje kunstmatig aandoen, maar ongetwijfeld authentiek zullen zijn. Ik merk dat ik meer aandacht heb voor de schaduwplekken dan voor al het moois dat we vandaag aanschouwen; een Hollandse jongen is niet helemaal ingesteld op 40+ graden. De trip naar de Hoodoo-forest laten we vandaag –spijtig genoeg- voor wat het is.
Als we over ons gezicht wrijven hebben we de opgedroogde zoutkorreltjes op ons hand.
We eindigen vandaag ons programma relatief vroeg (drie uur; einde oefening wat betreft de wandelingen in de zon) om even later verkoeling te zoeken bij het zwembad. Op het boodschappenlijstje komt voor het eerst “bier” voor. Vanavond nog even studeren op de Wave, maar ik denk dat het vandaag – met het oog op vroeg opstaan morgenochtend - weer vroeg slapen wordt.


Gerard en Gonny: ook dit was weer een onvergetelijke ervaring, dus als je nog iets in het reisschema van jullie kunt schuiven,..We hebben nog even contact over wanneer wij in Vegas zijn. We leven bij de dag en augustus klinkt nog zo ver ;-)

Vrijdag 13 juli Holbrook - Canyon de Chelly - Page 565,3 km

Image Hosted by ImageShack.us

Vandaag staat er een lange dag op het prorgramma. De reis naar Page duurt 6 uur en daar zit dan de tijd die we in Canyon de Chelly en bij de Hopi-indianen in Second Mesa nog niet bij. Ook in dit motel staat er weer WiFi tot ons beschikking, dus we proberen de verschillende routes in mapquest uit. Het blijkt niet uit te maken wat de volgorde precies zal zijn. We besluiten naar Canyon de Chelly te rijden en na het bezoek aan dit park te besluiten of we nog naar de Hopi’s willen.
Bij het afsluiten van mapquest valt ons oog op een (voor ons) nieuw onderdeel van deze site: benzineprijzen. Op deze manier zien we dat in de plaatsen die wij vandaag aandoen een benzineprijs van tussen de $3,30 en $3.45 hele normaal is. We zullen dus voor vertrek nog in Holbrook tanken.
We kletsen nog wat met een Amerikaans echtpaar uit Ihao voordat we echt op weg gaan richting Canyon de Chelly. We gaan via de interstate 40 naar de highway 191 het is een mooie rustige weg, die snel opschiet. Onderweg blijven we ons verbazen hoe er af en toe weer een huisje staat in de middel of nowhere, gevolgd door de stopplaats van de schoolbus. Bij Ganado vinden we het tijd worden voor een ontbijtje, maar hoewel het op de kaart nog een redelijke plaats lijkt, is er geen leuke ontbijtplek te vinden. We belanden bij de Burger King die is ondergebracht bij een benzinepomp. Daarna is het nog een halfuurtje om bij Canyon de Chelly te komen. Een prettig halfuurtje zelfs want de uitzichten op de rotsformaties en canyons zijn prachtig. In de Canyon zijn een paar honderd ruines van prehistorische indianendorpen gevonden. De meeste zijn gebouwd tussen 350 en 1300 na Christus. De oudste gebouwen waren eenvoudige ronde pithouses, half in de grond gebouwd door Anasazi/Indianen. Hieruit ontstonden de Pueblos, grote leefgemeenschappen met gebouwen die rechthoekig aan elkaar gebouwd waren. Later kwamen de Hopi indianen en de Navajo indianen.
Na een korte stop aan het visitor center nemen we de north rim. Via de north rim kan je op verschillende plaatsen in de canyon kijken. Op de bodem van de canyon wonen nog steeds Navajo indianen die er op kleine schaal landbouw bedrijven. Dat is het verhaal, maar er staat niets op het land en wij krijgen de indruk dat ze zich vooral bezig houden met toerisme. Ze vervoeren groepen toeristen op open vrachtauto´s door de canyon. Hoe mooi de canyon er van bovenaf ook uitziet het is natuurlijk nog veel interessanter om beneden in de canyon te zijn. Gelukkig is er één uitkijkplaats (white house trail) waar je in de canyon kunt afdalen. Een wandeling van 2 uur heen en terug staat aan het begin aangegeven, maar binnen een half uurtje staan we al beneden, terwijl we overal ruim de tijd hebben genomen om rond te kijken en foto´s te maken. Onder in de canyon is een ruïne van een kleine nederzetting, met ervoor natuurlijk de gebruikelijke prullariaverkopers. Het is indrukwekkend om van onderaf de steile rotswanden te kunnen bewonderen. Na beneden rondgekeken te hebben wandelen we op het gemak weer omhoog en ook nu kost het nauwelijks meer dan en half uur om terug bij de parkeerplaats te komen. De inschatting van tijd is blijkbaar gebaseerd op wandelaars die minder conditie hebben en die op ieder bankje onderweg moeten uitblazen (Amerikanen van middelbare leeftijd?).
Vandaag merken we dat het veel uitmaakt of je de rode rotsen ziet met of zonder zonlicht. Bij Spider Rock staan de twee rotskolommen bij aankomst vol in de zon. De kleuren zijn prachtig. Maar als we even later dezelfde rotsformatie nogmaals zien met een wolkje voor de zon, is het effect minder indrukwekkend. Al met al is Canyon de Chelly een prachtige plaats om de dag door te brengen. Een aanrader voor ieder die Arizona aandoet.
Maar dan moeten we echt naar Page, nog bijna 300 km, waarvan de navigatie aanduidt dat we er nog vijf uur voor nodig hebben. Uiteindelijk blijken we de reis in 3 uur aan te kunnen, zonder snelheidsovertredingen of roekeloos rijgedrag (zoals de Amerikaanse politie graag pleegt te zeggen). Zelfs de “binnenwegen” op de wegenkaart blijken kaarsrechte asfalt strepen door het landschap, waar je 65 m/p/h mag rijden. Nog niet geheel hersteld van de jetlag boeken we voor vier nachten in het Motel 6 in Page en liggen we toch weer vroeg onder de wol.